Weergave para TB uitslagen via Agrolink.


Via Agrolink kan u als geitenhouder inloggen met uw inlogcode’s. Deze worden door ELDA, bij deelname aan de paramonitor, aan u verstrekt. Als u vervolgens op uw dasboard melk kijkt ziet u hier o.a. het onderdeel Para TB Classificatie. Hierin ziet u een grafiek met daarin uw paramonitor uitslagen.
Deze grafiek ziet er als volgt uit.



Figuur 1. Voorbeeld grafiek weergave paramonitor via Agrolink.

In de grafiek presentatie wordt gewerkt met de volgende elementen:

WW.
De WW is de werkelijke waarde van het onderzoek. (dit zijn de punten in de grafiek). Deze geeft aan wat op het moment van monsters het percentage antistofuitscheidende dieren was.

GG.
De GG is het langdurig gemiddelde. In dit gemiddelde worden alle metingen van je bedrijf die bekend zijn meegenomen.

VG5.
De VG5 is het voortschrijdend gemiddelde van de laatste 5 metingen.

Door je GG en je VG5 met elkaar te vergelijken breng je in kaart wat de trend van het % antistofuitscheidende dieren is. Daalt je VG5 onder je GG dan is er een dalende trend voor het % antistofuitscheidende dieren. ingezet. Stijgt de VG5 boven je GG uit dan is het net andersom, en komen er dus meer dieren die antistoffen tegen para TB uitscheiden op je bedrijf.

Het gearceerde stuk is de p20. Dit zijn de 20% bedrijven die het beste score in de para monitoring.

In Figuur 1. zie je een bedrijf met een stabiel laag percentage tot en met juli 2017. Daarna zie  je dat de laatste metingen (WW) hoger zijn als de GG en VG5. Hierdoor stijgt je VG5 ook. In dit voorbeeld is het van belang dat er goed wordt gekeken of dit ergens door verklaard wordt en tijdig in te grijpen als het percentage antistof uitscheidende dieren naar eigen zeggen te hoog wordt.







Wanneer een bedrijf in de klasse A valt, kan ze in aanmerking komen voor klasse A+ (A-plus). Hiervoor dienen alle aanwezige dekbokken (ouder dan 6 maanden) serumnegatief te testen op antistoffen tegen ParaTB. Voor het behoud van de A+-classificatie zijn de dekbokken jaarlijks serumnegatief getest voor antistoffen tegen ParaTB.

Bedrijven met een A+-classificatie kunnen in aanmerking komen voor een A0-classificatie.
Hiervoor dienen 6 mestmonsters genomen te worden op strategische plaatsen op het bedrijf. Deze monsters moeten negatief testen in een PCR die de ParaTB bacterie aantoont. Voor het behoud van de A0-classificatie zijn de dekbokken jaarlijks serumnegatief getest voor antistoffen tegen ParaTB. Daarnaast moet het bedrijf jaarlijks PCR negatief getest worden in 6 mestmonsters.