Paratuberculose
De veroorzaker 1) 2)
Paratuberculose wordt veroorzaakt door de Mycobacterium Avium subspecies Paratuberculosis (Map-)bacterie. Deze veroorzaakt bij runderen, schapen, geiten en herten in het laatste deel van de dunne darm een ongeneeslijke ontsteking. Deze bacterie wordt voornamelijk uitgescheiden via de mest, met mest besmette voeding en met mest besmet drinkwater. Daarnaast raken lammeren besmet via de biest, melk en door de ouders vóór en tijdens de geboorte.
Ziekteverschijnselen 3)
ParaTB laat zich slechts bij één op de 25 besmette dieren klinisch (zichtbaar) zien 4). Het is dus aan de buitenkant niet altijd duidelijk zichtbaar of een dier geïnfecteerd is met ParaTB.
Ook bij het onderzoeken van dieren zal niet 100% van de besmette dieren als positief worden getest, omdat dieren niet altijd bacteriën en antistoffen in dezelfde hoeveelheid uitscheiden óf nog in de incubatietijd zitten. Dit veroorzaakt het grote probleem bij de bestrijding van ParaTB op uw bedrijf: Dieren kunnen besmet zijn en de bacterie verder verspreiden zonder dat dit aan de buitenkant zichtbaar is.

Figuur 1. Is een van deze dieren besmet met ParaTB of niet, wie ziet het?
Het belang van het onderzoeken van uw veestapel op de aanwezigheid van antistoffen voor paraTB is groot. Door middel van onderzoek wordt het grootste deel van de besmette dieren opgespoord. Voor deze opgespoorde dieren kunnen passende maatregelen genomen worden om zo de infectiedruk op uw bedrijf te verlagen en de besmettingsgraad af te laten nemen.
ParaTB kan worden verdeeld over een aantal stadia die een dier doormaakt dat besmet is met de Map-bacterie. De volgende vier stadia zijn te onderscheiden3):
- Stadium 1: Een dier is besmet en zit in de incubatietijd (de tijd tussen besmetting en ontwikkeling van de ziekte). In dit stadium bevinden zich de jonge dieren die wel besmet zijn, maar nog niet ziek. Jonge dieren zijn vatbaarder voor de ziekte dan oudere dieren.
- Stadium 2: Subklinische ziekte (de dragers). Dit betreft dieren die de incubatietijd hebben doorlopen, maar geen symptomen vertonen. Deze dieren hebben wel antilichamen in het lichaam en scheiden onregelmatig (kleine) hoeveelheden bacteriën uit in mest en melk. Ze verhogen hiermee de infectiedruk voor ParaTB op het bedrijf.
- Stadium 3: Klinisch ziek (niet direct levensbedreigend). Deze dieren van ten minste twee jaar oud hebben een verminderde conditie, terwijl de eetlust toeneemt. Ook kunnen deze dieren diarree hebben die ongeneeslijk is. De vitale lichaamsonderdelen (hart en longen) blijven normaal functioneren.
- Stadium 4: Klinisch ziek (ernstige symptomen). Dieren in dit laatste stadium zijn erg ziek en zwak. Ze zijn sterk vermagerd en hebben een waterdunne aanhoudende diarree. Deze dieren zullen in veel gevallen doodgaan in een zeer korte periode.
1) Ayele, M.Y. Macháccková, M. Pavlík, I. (2001) The transmission and impact of paratuberculosos in infection in domestic ans wild ruminants.
2) Windsor, P.A. (2015) Paratuberculosis in sheep or goats.
3) Johnson-Ifearulundu, Y.J & Kaneene, J.B. (1998) Management- related risk factors for M. paratuberculosis infection in Michiga, USA, dairy herds.
4) Whitlock, R.H. & Buergeit, C. (1996) Preclinical and clinical manifestations of paratuberculosis.